Biografie Dr. J.M. den Uyl, (zie het parenteel van Jan Dirkse Copier onder XI.167)


titulatuur, naam; voor- en roepnaam: Dr. J.M. den Uyl Johannes Marten (Joop)

wijzigingen in de officiële naam en titulatuur: achternaam oorspronkelijk Den Uijl

Drs. J.M. den Uyl, toelichting: tot aan hem in 1985 een eredoctoraat werd verleend

pseudoniemen en bij- en schuilnamen: "Ome Joop", toelichting: voor zijn aanhangers

Ernst Noack, toelichting: pseudoniem als auteur van gedichten in studentenbladen

geboorteplaats en -datum: Hilversum, 9 aug. 1919

overlijdensplaats en -datum: Amsterdam, 24 dec. 1987

woonplaats(en) en adres(sen):
Hilversum, Stationsstraat, van 9 aug. 1919 tot 1935
Hilversum, Frans Halsstraat, vanaf 1935
Amsterdam, vanaf 1940
Amsterdam, James Rosskade 14/II, omstreeks 1956
Amsterdam, Milletstraat 51II, omstreeks 1961 en 1962
Amsterdam, Weldam 5, 1081 HN, omstreeks 1967, tot dec. 1987

Samenlevingsvorm: gehuwd, aug. 1944

Kinderen: 4 dochters en 3 zoons

aantal broers en zusters: 2 broers en 2 zussen, toelichting: zelf de op één na jongste

levensbeschouwing: Gereformeerd (opgevoed), geen godsdienst, vanaf 1940

partij waarop werd gestemd: A.R.P. (Anti-Revolutionaire Partij), toelichting: tot aan einde studie

politieke partij(en): P.v.d.A. (Partij van de Arbeid), vanaf 1946

onderscheidingen:

Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 5 dec. 1966
eremedaille voor voortvarendheid en vernuft Huisorde van Oranje, 19 sept. 1974
Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, 11 apr. 1978
Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau, 9 sept. 1982
diverse buitenlandse onderscheiden, waaronder Grootofficier Ereorde van de Palm van Suriname

eredoctoraten:

economische wetenschappen Universiteit van Amsterdam, 1985

middelbaar onderwijs:

h.b.s.-a Christelijk Lyceum voor het Gooi en Omstreken te Hilversum, van 1931 tot 1936

academisch onderwijs:

economie Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 1936 tot 1942

loopbaan:

ambtenaar Rijksbureau Prijsvorming chemische produkten ministerie van Economische zaken, van 1943 tot 1945
sociaal redacteur dagblad "Het Parool", van juni 1945 tot okt. 1945
redacteur binnenland weekblad "Vrij Nederland", van nov. 1945 tot dec. 1948
directeur W.B.S. (Wiardi Beckman Stichting), wetenschappelijk bureau P.v.d.A., van 15 jan. 1949 tot 1 jan. 1963
lid gemeenteraad van Amsterdam, van 1 sept. 1953 tot 14 apr. 1965
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 nov. 1956 tot 5 juni 1963
wethouder (van publieke werken, economische zaken en havenen handelsinrichtingen) van Amsterdam, van 4 sept. 1962 tot 14 apr. 1965
minister van Economische Zaken, van 14 apr. 1965 tot 22 nov. 1966
fractievoorzitter P.v.d.A. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 febr. 1967 tot 11 mei 1973
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 febr. 1967 tot 11 mei 1973
minister-president en minister van Algemene Zaken, van 11 mei 1973 tot 19 dec. 1977
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 sept. 1977
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 jan. 1978 tot 11 sept. 1981
fractievoorzitter P.v.d.A. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 jan. 1978 tot 10 sept. 1981
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vice-minister-president, van 11 sept. 1981 tot 29 mei 1982
minister belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor de aan de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand, van 11 sept. 1981 tot 29 mei 1982
fractievoorzitter P.v.d.A. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 sept. 1982 tot 14 juli 1986
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 sept. 1982 tot 24 dec. 1987

partijpolitieke functies:

redactie-secretaris partijblad "Socialisme en Democratie", van 1949 tot 1964
fractievoorzitter P.v.d.A. gemeenteraad van Amsterdam, van 1957 tot 4 sept. 1962
lid werkgroep P.v.d.A. inzake herziening van het parlementaire stelsel, van 1966 tot apr. 1967
lid partijbestuur P.v.d.A., van 1967 tot 1 juni 1986
lid commissie-Mansholt (P.v.d.A., P.P.R., D'66) over 'Grenzen aan de groei', van 1971 tot 1972
vice-voorzitter Federatie van Socialistische Partijen in West-Europa, tot 24 dec. 1987, toelichting: onbetaald
voorzitter Federatie van Socialistische Partijen in West-Europa, van 1980 tot 1986, toelichting: onbetaald
vice-voorzitter Socialistische Internationale, van 1986 tot 24 dec. 1987, toelichting: onbetaald
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, febr. 1967
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, mei 1971
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, nov. 1972
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, mei 1977
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, mei 1981
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, sept. 1982
lijsttrekker P.v.d.A. Tweede-Kamerverkiezingen, mei 1986

nevenfuncties:

redacteur kerkelijk pers Groot Gereformeerd Studentenblad "Libertas ex Veritate", van 1940 tot 1941
medewerker verzetsblad "De Nieuwe Vrijheid", van 1944 tot 1945
plaatsvervangend lid S.E.R. (Sociaal-Economische Raad)
lid commissie van onderzoek wijziging rechtsvorm van de onderneming (commissie-Verdam), van apr. 1960 tot apr. 1965
kabinetsformateur, van 1 juni 1977 tot 19 juli 1977
kabinetsformateur, van 27 juli 1977 tot 25 aug. 1977
kabinetsinformateur, van 2 sept. 1977 tot 9 okt. 1977, toelichting: samen met Veringa
kabinetsformateur, van 26 okt. 1977 tot 7 nov. 1977
lid commissie-Palme inzake wapenbeheersing en ontwapening, omstreeks 1984
voorzitter jury AKO-literatuurprijs 1988, vanaf sept. 1987

(gedelegeerde) commissies:

voorzitter bijzondere commissie voor de Grondwet/Kieswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van sept. 1967 tot 11 mei 1973
voorzitter bijzondere commissie voor wetsontwerp tijdelijke steun aan de Nederlandse Spoorwegen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van sept. 1967 tot febr. 1968
voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel financieel statuut van het Koninklijk Huis (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1970 tot okt. 1970
voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 12 mei 1971 tot 11 mei 1973
voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 16 jan. 1978 tot 10 juni 1981
voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van okt. 1982 tot juni 1986

verenigingen, sociëteiten, genootschappen:

lid ARJOS (Anti-Revolutionaire Jongeren Studieclubs), vanaf 1936
lid S.S.R.A., toelichting: Gereformeerde studentenvereniging te Amsterdam
lid illegale groep "Nieuwe Kern", toelichting: tijdens Tweede Wereldoorlog

nadere bijzonderheden privé-sfeer:

In Zaandam is in december 1990 een door Jan Wolkers vervaardigd beeld ter zijner nagedachtenis onthuld,
In Almere staat sinds 1991 een standbeeld van hem,
Op 16 dec. 1992 werd in het Tweede-Kamergebouw een borstbeeld van hem onthuld,
Zijn vader was winkelier en mandenmaker in Hilversum,
Zijn vader overleed toen hij 10 jaar was.

nadere bijzonderheden publieke sfeer:

Hield zich in zijn eerste periode als Tweede-Kamerlid vooral bezig met bezitsvormingsvraagstukken en met zaken betreffende Amsterdam (onder meer met de IJ-tunnelproblematiek),
Was na het aftreden van Burger als fractievoorzitter kandidaat voor die functie, maar kreeg slechts drie stemmen,
Bracht in 1965 de Mijnwet Continentaal Plat tot stand, die de gas- en oliewinning in het Nederlandse deel van de Noordzee regelt,
Bracht in december 1965 de nota over de geleidelijke sluiting van de steenkolenmijnen in Zuid-Limburg, alsmede de herstructurering, van de Limburgse industrie uit,
Bracht in 1966 de Nota inzake Groei en Structuur van de economie uit,
Bracht in 1966 een wet inzake financiële steun voor de aanleg en exploitatie van een oliepijplijn tussen de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal tot stand,
Voerde in februari 1970 het woord bij de behandeling van de begroting van het kabinet van de vice-minister-president (Koninkrijkszaken),
Vormde in april 1971 met Van Mierlo en Aarden een schaduwkabinet, waarvan hij de leider was,
Vormde in nov. 1972 met Van Mierlo en De Gaay Fortman een deel-kabinet met kandidaat-bewindslieden uit P.v.d.A., D'66 en P.P.R..
Het kabinet-Den Uyl werd geformeerd op basis van de programma's "Keerpunt'72" van P.v.d.A., D'66 en P.P.R. en van "Schets van beleid" van K.V.P. en A.R.P..
Leidraad voor het regeringsbeleid was spreiding van kennis, inkomen en macht.

Zijn kabinet kreeg eind 1973 te maken met een olieboycot door Arabische landen. Het kabinet voerde daarop een beperkte distributie in, stelde enkele autoloze zondagen in en vroeg (en kreeg) volmachten via de zogenaamde Machtigingswet inkomensvorming. Op grond van deze wet werden lonen, prijzen, inkomens, dividenden en huren aan banden gelegd.

Wendde zich op 1 december 1973, een dag nadat het kabinet had besloten tot benzine-distributie, via radio en televisie tot de bevolking om dit besluit uit te leggen. Zei bij die gelegenheid dat er reden was voor zorg, maar dat daarbij niet overdreven moest worden. Hij wees erop dat er niet kon worden doorgegaan met het verbruik van brandstoffen en grondstoffen, zoals dat sinds 1945 was gebeurd en dat we ons moesten instellen op een levensgedrag met een zuiniger gebruik van energie: "Zo bezien, keert de wereld van voor de oliecrisis niet terug."

Kreeg als minister-president te maken enkele gijzelingsacties, onder andere uitgevoerd door het Japanse Rode Leger in de Franse ambassade in Den Haag en door Zuidmolukse jongeren in een basisschool, in treinen en in Amsterdam.

Tijdens zijn kabinetsperiode werd Suriname onafhankelijk (1975); dit ging gepaard met de toestroom naar Nederland van vele Surinaamse Rijksgenoten.

Voerde in 1975 op het Domplein in Utrecht het woord op een protestbijeenkomst tegen executies in Spanje.

Kreeg in 1976 te maken met de zogenaamde Lockhead-affaire rond prins Bernhard. Door het kabinet werd een Commissie van Drie (Donner, Holtrop, Peschar) ingesteld die concludeerde dat Prins Bernhard zich gevoelig had getoond voor gunsten en giften van de vliegtuigfabriek Lockhead. Prins Bernhard legde zijn functies bij de krijgsmacht en in het bedrijfsleven neer, maar er werd niet overgegaan tot strafvervolging. Den Uyl kreeg veel lof voor de wijze waarop deze affaire werd opgelost.

Bracht in 1976 een wet tot instelling van een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid tot stand. Deze raad adviseert de regering over allerlei maatschappelijke vraagstukken.

Zijn kabinet kwam in 1977 ten val ten gevolge van een meningsverschil in de ministerraad over de grondpolitiek.

Behaalde als lijsttrekker met zijn partij in 1977 een grote zetelwinst (tien zetels), maar wist na een kabinetsformatie van bijna zes maanden geen kabinet te vormen van P.v.d.A., C.D.A. en D'66. Keerde in januari 1978 terug als oppositieleider.

Interpelleerde in 1980 minister-president Van Agt over de benoeming van de minister van Defensie tot vice-president van de Raad van State.

Verzette zich in 1981 op het P.v.d.A.-verkiezingscongres met succes tegen voorstellen om in het programma op te nemen dat Nederland alle kerntaken moest afstoten. Voorstanders van deze voorstellen gaven hem de bijnaam "Joop Atoom".

Kwam in 1981 met een Banenplan ter bevordering van de werkgelegenheid.

Diende in 1982 samen met staatssecretaris Dales plannen in ter beperking van de boven-wettelijke uitkering in de Ziektewet, hetgeen op groot verzet van de vakbeweging stuitte.

Interpelleerde in mei 1984 minister Brinkman over diens uitspraken over de politieke besluitvorming.

Interpelleerde in oktober 1984 minister Ruding over diens uitspraken in "Het Vrije Volk" o.a. over werklozen.

Familierelaties:

Vader van Saskia (Noorman-)den Uyl, Tweede-Kamerlid.

Publicaties:

Gedichten in studentenblad "Libertas ex Veritas",
volledig overzicht van artikelen, zie: O. Reichwein, "J.M. den Uyl" (1998),
"De weg naar vrijheid" (1952),
"Socialisme en liberalisme" (1956),
"Om de kwaliteit van het bestaan" (1963),
"De smalle marges van de democratie" (1970),
"Inzicht en uitzicht" (1978).

bronnen en literatuur:

H. van der Werf, "Joop den Uyl: profiel van een politicus" (1975),
"Ministerraad 1989", uitgave ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag,
E. Mathies en A. de Kwant, "Twee dingen", interviews en uitspraken van en over Den Uyl,
L. Castelijn e.a. "Tekens in de tijd. 65 jaar Joop den Uyl" (1984),
B. Vuijsje en J. Jansen van Galen, "Joop den Uyl; politiek als hartstocht" (1985)
M. Wagenaar, "Herinneringen aan Joop den Uyl" (Amsterdam, 1988),
D.J.F. Bosscher, "Na het overlijden van J. den Uyl", in: Jaarboek DNPP (1988),
Biografisch Woordenboek van Nederland, dl. IV, 507,
W. Breedveld, "Joop den Uyl, een strijder in de politieke arena", in: Socialisme en Democratie, 50, (2) 1993,
W. Breedveld, "Joop den Uyl: die tijd keert nooit weerom", in: Vijftiende jaarboek voor het democratisch socialisme (Amsterdam, 1994),
O. Reichwein, "J.M. den Uyl. Gereformeerd af, socialist geworden, calvinist gebleven" (Utrechtse Historische Cahiers, jrg. 19 (1998), nr. 4

Archivalia:

archief-Den Uyl, IISG,
C. Smit, Inventaris van het archief van Johannes Marten den Uyl (1919-1987) 1927-1987, stichting beheer IISG (1993)


Terug